Drijfzand

ik vree met een vrouw van drijfzand
alles kon je in haar verstoppen
dieren en steden, half afgemaakte levens

een hele hoop kusjes gleden in haar af
de seizoenen kwamen geen meter verder
ze had ze allemaal nodig
legde sterren op haar buik
keek tevreden naar de kale hemel

het gekke was, toen ik daar beneden
me vasthield aan een tentstok en een kachel
spuugde ze mij uit haar buik en zei
jij benauwt mij

sindsdien schrijft iedereen
mij een uitzonderlijke gave toe
hij kan op drijfzand staan